Sjappietouwer

Een onverschillig mens lijdt aan een ernstig manco
onaangedaan door de overwaarden van het leven
danst hij voort in een eindeloze monotone tango
matheid en middelmatigheid zijn met hem verweven

Een onverschillig mens gaat in galop
met oogkleppen op over een uitgesleten hazepad
het vaandel van onfeilbaarheid hoog in top
nimmer een berg beklimmend, hooguit een veilig vals plat

Ik gedraag mij welwillend tegenover de onverschillige
blik buiten zijn bekrompen gezichtsveld, maar zie nevel
poog hem te vormen tot mijn gelijke, leergraag, een gewillige
zoek een poort, maar verwond mij steeds aan de ruwe gevel

Ach, wat kan het mij ook verder schelen
doe mijn uiterste best, maar vang steeds bot
laat hij maar een ander gaan vervelen
ik ben gelaten, hopenlijk is zijn evenbeeld niet mijn lot!


© Ron Vos, 2017

Search